”Jij liegt!”

Er staat een heel boos kind voor het raam, hij staat nu al meer dan een half uur op zijn oma te wachten vytorin dosage. Al vanaf kwart voor twee. En nu gooit hij er uit: ‘Jij liegt, want je hebt gezegd dat oma om twee uur zou komen!” Oei, dat is een forse beschuldiging als je kind dat zegt. Je wordt er door geraakt, voelt je misschien zelfs gekwetst. In ieder geval voelt het onrechtvaardig, want je kan er immers niets aan doen dat oma waarschijnlijk de bus gemist heeft en nu wat later is. In een vergelijkbare situatie overkwam het mij en ik werd er eigenlijk boos om. Ik lieg toch zeker niet! Liegen is als je van te voren met opzet iets zegt waarvan je weet dat het niet waar is. Dat doe ik toch niet. Ik kreeg in ieder geval erg het gevoel dit even recht te moeten zetten en mezelf vrij te moeten pleiten. Jongere kinderen geloven over het algemeen onvoorwaardelijk wat hun vader of moeder zegt. Kinderen met een verstandelijke beperking of een beperking in het autistisch spectrum doen dit ook. Deze kinderen staan, zeker op het moment dat ze boos zijn, niet open voor discussie of uitleg. Boos omdat je gelogen hebt zoals ze dat kunnen noemen, ofwel boos omdat het anders gaat dan verwacht (wat er eigenlijk bedoeld wordt). Mijn ervaring is dat je met uitleggen dan ook beter kunt wachten tot  de boosheid weg is. De boosheid van je kind, maar ook je eigen boosheid staat een oplossing eigenlijk in de weg. Hoe moeilijk ook, op dat moment erkennen dat het inderdaad niet leuk is dat oma er nog niet is lijkt nog de beste oplossing. Maar misschien is het nog handiger om uw eigen toezeggingen of antwoorden eens te bekijken. In ons antwoord gaan we er dikwijls van uit dat daar alle uitzonderingen in opgesloten liggen. Zo moet het toch geen probleem zijn als je spaghetti eet in plaats van de beloofde macaroni, want die was nu net toevallig op en de winkels zijn al dicht. En hoewel…..beloofd? U dacht gewoon dat macaroni wel makkelijk was en nog op voorraad. Het schoot u als eerste te binnen op de vraag ‘wat gaan we eten’. Allemaal mitsen, maren en uitzonderingen waar een kind met autisme of een verstandelijke beperking geen boodschap aan heeft, omdat hij dit niet overziet en houvast heeft aan wat er door u gezegd is. En ik weet dat het makkelijk gezegd is, maar tot drie tellen voor u een antwoord geeft kan echt helpen. Een antwoord dat niet al te stellig is, zeker als u het ook niet met stelligheid kan zeggen. Bijvoorbeeld: ‘’Ik weet niet precies hoe laat oma komt, ik hoop tussen twee en drie uur. Ik denk dat dat jij het beste nog kan gaan spelen tot oma komt’’. En die macaroni? Misschien is dit een idee: ’’Ik denk dat we pasta gaan eten. Dat is bijvoorbeeld macaroni, spaghetti, ravioli en lasagne. Ga jij even kijken of we nog macaroni in de kast hebben?’’ Drie tellen om even na te denken en….om uzelf even rust te geven ?

 

mei 2015
mei 20, 2015
master
Uncategorized