praktijkvoorbeeld van een school

 

 

Een praktijkvoorbeeld:

Een meisje van 12 met ASS op het voortgezet onderwijs doet het op cognitief gebied goed op school. Haar prestaties zijn echter beneden verwachting wanneer zij opdrachten in een groepje moet vervullen. De leerkracht staat voor een raadsel, want ze weet dat het meisje serieus is en ook plezier kan hebben met de meisjes uit haar groepje. Wat maakt nu dat ze eigenlijk tegen verwachting in, slechter presteert dan haar klasgenoten in het groepje? En dat niet alleen, haar prestaties gaan over het algemeen achteruit. Uit gesprekjes met dit meisje en haar moeder blijkt dat ze veel moeite heeft met het sociale aspect in dit groepje. De meisjes hebben het over zogenaamde ‘meisjesdingen’. Voor dit meisje met ASS een onbegrijpelijke combinatie: leren en tegelijk over dingen hebben waar je nog niet zo mee bezig bent. Maar ze weet dat het ook van haar verwacht wordt, dus lacht ze ook mee. Ze laat sociaal wenselijk gedrag zien. Haar opvatting is echter meer rigide. Ze zit op school om te leren, niet voor de ‘social talk’. Ze heeft moeite met de verwachtingen die aan haar gesteld worden op sociaal gebied. Dit kost haar zoveel energie, dat ze niet veel meer overhoudt voor het leren en de opdrachten. School wordt met de dag minder leuk en een grote opgave.

De oplossing was feitelijk eenvoudig. Er werden geen opdrachten meer in groepjes gegeven aan dit meisje, waardoor dit meisje zich individueel op de schoolse en cognitieve vaardigheden kan richten. Dat is ook waar ze  in haar (autistische) beleving voor op school, of in ieder geval in de klas, zit: leren. Het sociale aspect werd ingebouwd op andere momenten. De oplossing vraagt van een leerkracht om buiten de vertrouwde paden te durven denken.

 

Het spreekt bijna voor zich dat geen een kind gelijk is en dus ook geen een kind met autisme. Voor ieder kind moeten we dus ook individueel kijken wat oorzaken voor gedrag kunnen zijn. Wat vraagt hij van ons volwassenen met zijn gedrag? Het is absolute noodzaak om scherp te observeren wat een kind nodig heeft om te kunnen functioneren. En laten we kinderen vooral héél serieus nemen en goed naar hen luisteren en kijken. Laten wij als volwassenen onszelf en jongeren niet voor de gek houden door dit te verwarren met het idee dat we gemanipuleerd worden en overwicht verliezen.